A she-wolf moves onto Dutch soil; we met her as she returns. In her sentences resounds the autonomous character of Mother Nature.
Vastberaân vliegt zij de onrust naar de keel,
Allerwegen valt haar potentieel ten deel
Schier 't Neêrlands foreest aangedaan –
Een kwestie van tijd welteverstaan!
Haar kroost door Europa's hand bevoogd,
Haar gang door beemd en veld beoogd
Gaarden langs 't occidentale erf –
Hoedt het woud voor secondair verderf!
Neêrlands zomen verheffen zich onttralied;
Thans verschanst zij in Duits aardgebied
Nomadiserend in 't Avondlands decor;
Hier hervindt de wolvin de corridor;
Voor haar ontvouwd een ree-bevolkte hal,
Met het Veluws land als groeizaam dal.
Wolven en wolvee – archaïsch sentiment;
Toont de mens zich fier of decadent?
Wildernis en beschaving gelieerd;
Ogen door het maanlicht gestileerd
Ongezien sinds eind 19e eeuw;
Brengt ons terug wildernis' schreeuw!
[English translation:]
Determin'dly lunging at unrest's throat,
Her potential befalls her every way
Nearly treading the Dutch forest –
Merely a matter of time!
Her brood fostered by Europe's hand,
Her gait aimed through meadow and field
Groves along th' occidental yard –
Keep the wood from secondary ruin!
Ne'erlands borders raise up unbound;
Now she resides on German soil
Nomading onto th' Occident décor;
Her she finds the corridor once more;
A deer-dwelt hall unfolding before her,
The Veluwian land a dale of growth.
Wolves and ovine flock – archaïc sentiment;
Does mankind gallantry or decadence show?
Wilderness and civilisation affiliated;
Eyes stylised by moonlight
Unseen since late 19th century;
Return to us wilderness' cry!