bloedrood zijn de muren, jouw levenssap als inkt
bloedrood zijn mijn handen die jou hebben verminkt
bloedrood zijn je tieten, die heuveltjes zo zacht
bloedrood is je vleesschacht waarin ik je verkracht
abnormale haat
en mijn zwarte zaad
veroorzaken jouw leed
het ergste is geweest, wees maar blij
je bent gestorven
bloedrood zijn je tieten, die heuveltjes zo zacht
bloedrood is je vleesschacht waarin ik je verkracht
bloedspoor op mijn wapen
het scheermes kerft tot op het bot
terwijl je huid langzaam wegrot
de maalstroom van vlees en bot komt op gang met mijn moordlusten
je bent al dood, maar mijn wrok staat mij niet toe jou te laten rusten
grafschrift ingekerft als ultieme vloek
mijn kunstwerk met jouw lijf als doek
het blinkende staal waarmee je bent onthoofd
kleurt nu langzaam je rug bloedrood
door je hart uit je borstkas te rukken
en het spoor op de vloer
weet ik dat je nageslacht nooit zal bestaan